Rasvariëteiten

Rond 1850 waren er in België, nogal landhoenders waarvan de Brakel en de Kempische de overhand hadden. De Brakel op de zwaardere gronden. De Kempische op de lichte gronden voornamelijk in de Kempen. Een beschrijving was er toen niet.  Lokaal kwamen er wel rassen voor die verdwenen zijn. Uit literatuur blijkt dat er varianten voorkwamen zoals Brakelachtigen die hennenvederig waren; waaruit later in Engeland de Campine is ontstaan. De fokkers vonden deze hennenvederigheid maar onnatuurlijk en niet bij een kippenras passen.  Dit ras komt dus voornamelijk in Engeland en Denemarken voor. Hennevederigheid komt meer voor bij kippenrassen, zo is deze eigenschap bij het Hollands Hoen erkend. De laatste jaren worden deze Campines  als Kempisch Hoen in België gekweekt. Uit de beschrijvingen blijkt dat het grote verschil tussen de Brakel en Kempisch Hoen een verschil is in gewicht van 1200 gram.

Ook het Chaamsch Hoen, zou een Kempische zijn met oranje kleurige ogen. In Nederland zijn ze erkend; maar met een gewicht zwaarder als van de Brakel, met een lichtere tekening.

Brakel

Brakelkrielen

Zottegems Hoen

Zingems Leghoen

Hoen van de Zwalmvallei