Brakelkrielen

Brakelkrielen zijn levendige, vitale krielen, vliegen gemakkelijk en worden zelden broeds. Ze leggen witschalige eitjes van ongeveer 35 gram.
Ze zijn landhoen vormig van bouw en behoren zoals bij de grote Brakels eigenschappen te bezitten die een goed leghoen kenmerken. Er wordt een rechthoekige bouw met een brede, volle en goed geronde borst verlangd

Belangrijk is een goed ontwikkelde legbuik. De staartpartij is zeer goed ontwikkeld. De stelling is nauwelijks middelhoog. De kam is enkel, middelgroot; waarvan de kamhiel vrij moet staan van de schedel en bij de hen liefst omvallen. De ogen zijn groot en zeer donker tot zwart van kleur; ook de oogranden bezitten donker pigment. De oorlellen zijn wit van kleur met bij de hennen soms een blauwe glans.
Ze komen naast de zilver- en goudkleur ook voor in de kleur goud witgeband; daarnaast wordt er ook gewerkt door fokkers aan nieuwe kleuren, waarbij met name de blauw varieteiten een rol spelen, maar ook de kleur dun is al verschenen.
Het gewicht van de hanen moet niet hoger zijn dan 800 tot 900 gram. Bij de hennen 700 tot 800 gram.

Brakelkrielen behoren een verkleinde uitvoering te zijn van de grote Brakels. Deze verkleining heeft tot de nodige problemen geleid zoals het type; wat veelal zoals bij veel andere krielrassen dat de vleugels vaak voorbij het achterlijf steken. Ook is deze kleinheid de oorzaak van verminderde vruchtbaarheid. Als we beneden de boven genoemde gewichten fokken neemt het aantal eieren en ook de uitkomst van deze eieren sterk af.

Het is dus aan te raden gebruik te maken van de zogenaamde “doppelponys”. Dit zijn krielen die een te hoog gewicht hebben; vaak 50 % meer dan bovengenoemde gewichten; maar wel zeer goede leggers zijn. Deze krielen zijn geen tentoonstellingsdieren vanwege hun grootte; alhoewel veel keurmeesters dit wel tot een bepaalde hoogte toelaten. Om op deze manier toch gebruik te maken van deze “doppelponys” te combineren met een kleine kriel; kunnen we toch voldoende tentoonstellings dieren fokken.

De kleur.
Zoals bij veel zilverkleurige (witte) dieren komt ook bij de zilverkleur vaak crème kleurige dieren voor. Deze kleur komt pas voor als de dieren – vooral bij de hanen – enkele maanden oud zijn. Deze eigenschap is moeilijk eruit te fokken en kan alleen maar door een juiste selectie verbeteren. Toch als we naar de Brakels kijken en andere rassen; is deze eigenschap van zuiver zilver bij de Brakel aanwezig.
Bij de goudkleurige krielen moeten we letten op een gelijkmatige kleur; vooral een lichtere goudkleur in het halsbehang van de hanen is gevaarlijk. Waarschijnlijk heeft het pigment ook invloed op de kleur.

De tekening
Zoals ook bij de grote Brakels hebben we te maken met deze bandtekening. De problemen bij de krielen zijn echter groter; omdat bij de hennen – doordat het halsbehang korter is – eerder halstekening optreedt. Een zuivere hals zal daarom altijd samen gaan met een te lichte borsttekening. Ook de bandtekening is vaak nog wat onzuiver. Dit is op te lossen door een juiste selectie.

Kopversierselen
De kam is enkel, middelgroot, recht en rechtop geplaatst met 5 regelmatig gevormde kamtanden. De kamhiel is niet te lang en vrij van de schedel; bijna horizontaal gedragen. Bij de hen is het achterste gedeelte van de kam naar een zijde omgevallen. Vooral bij de kleinere Brakelkrielen zien we dat het omvallen bij de hennen van de kam slechts zelden optreedt. Alleen door selectie kunnen we hieraan werken.
De oogkleur is zeer donker tot zwart; bij de goudkleur treedt af en toe een lichtere oogkleur op. De oogkleur is een van de bijzondere kenmerken van de brakelkriel en een te lichte kleur is af te keuren.
De oorlellen zijn amandelvormig, middelgroot van grootte, glad en vlak aanliggend, wit van kleur met soms bij de hennen een blauwe glans. Bij veel Brakelkrielen komt rood in de oorlellen voor. Dit is een eigenschap die nog is overgebleven van de ouders die gebruikt zijn bij de creatie van de brakelkriel. Zo is bekend dat voor de creatie van de brakelkriel gebruik is gemaakt van de Duitse kriel en Sebright. Dit zijn rassen met rode oren. Door selectie is hier nog aan te verbeteren.

Brakelkrielen fokken is niet eenvoudig; zeker niet als men dit vergelijkt met andere rassen. Problemen zijn er genoeg zoals de tekening, kleinheid en de onbekendheid bij keurmeesters van bijhorende problemen. Daarom hebben Brakelkrielen ook niet zo’n grote bekendheid gekregen zoals ze eigenlijk verdienen.
Voor fokkers die van een uitdaging houden zijn ze zeer geschikt omdat bij dit ras nog wel het een en ander is te verbeteren. Kennis van de tekening en bijhorende moeilijkheden is hierbij wel nodig. Het is een dankbaar ras om te houden. Zorgt voor voldoende eitjes; dieren op een tentoonstelling hebben altijd vanwege hun opvallend uiterlijk voldoende belangstelling.

Jan Schaareman

De eerste Brakelkrielen werden tentoongesteld in 1933 op Avicultura door de heer Doorenbos. ; aan de dieren is duidelijk te zien dat er Sebright bloed in zit. Later werden er in Duitsland grote Brakels met Duitse krielen gekruist; waaruit de huidige Brakelkrielen zijn ontstaan.

Toompje zilver Brakelkrielen.

Zilver Brakel krielhennetje.

Goud Brakelkriel haantje.

Goud Brakelkriel hennetje,

Brakelkriel goud witgeband haan

Brakelkriel goud witgeband hen

Brakelkriel zilver witgehand

Brakelkriel haantje in de kleur dun